Beknopte geschiedenis van de Nederlandse Ridderschappen

Ontstaan van de Ridderschappen   Republiek     Koninkrijk    Grondwet 1848       
   
Ontstaan van de Ridderschappen
De Nederlandse Ridderschappen ontstonden in de Middeleeuwen. De landsheer of vorst omringde zich met een groep krijgslieden en raadgevers, die op den duur de ridderschappen vormden. Deze ridderschappen traden sedert de 14de eeuw als zodanig op en vanaf 1500 namen zij deel aan het bestuur (de staten) van de gewesten en vertegenwoordigden daarin het platteland..
Om in de ridderschap te worden opgenomen was een riddermatige afkomst vereist en het bezit van een riddermatig goed (in Overijssel een havezat(h)e, in Utrecht een ridderhofstede). Tijdens de Republiek moest men bovendien de gereformeerde religie belijden.

Terug naar boven 

Republiek
In de periode (1581) 1648-1795, toen Nederland een republiek (Republiek der Verenigde Nederlanden) was, bleven de ridderschappen bestaan en behielden staatsrechtelijke betekenis. Vertegenwoordigers van de ridderschappen bleven zitting houden in de gewestelijke besturen. Met name bleven de ridderschapen in bijna alle gewesten -Friesland en de Ommelanden uitgezonderd - deel uitmaken van de Staten. Zij hadden echter niet overal evenveel stemmen. In Drenthe bracht de ridderschap na 1580 drie stemmen uit tegen de eigenerfden zes; in Overijssel had zij evenveel stemmen als de steden; het was echter mogelijk dat enkele leden van de ridderschap met de steden samengingen; in Gelderland en Utrecht had de ridderschap één lid met één stem; in Holland had de ridderschap één stem tegenover de achttien van de steden; in Zeeland was de ridderschap na 1572 vervangen door de Eerste Edele.
In 1795 werden, onder invloed van de denkbeelden van de Franse Revolutie, de standen en daarmee de Ridderschappen afgeschaft.

Terug naar boven 

Koninkrijk
Bij de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden in 1813/1815 werden de rechten weer hersteld en verkregen de Ridderschappen een officiële status.
De kiescolleges voor de (indirecte) verkiezing van leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal werden onder anderen uit de ridderschappen samengesteld.
De nieuwe leden van de ridderschappen werden nu ook uit de stedelijke regentenfamilies gerekruteerd.

Terug naar boven 

Grondwet 1848 einde van de Staatsrechtelijke rol
Bij de grondwetsherziening van 1848 werd de standenmaatschappij echter afgeschaft en kwam aan de staatsrechtelijke rol van de Ridderschappen alweer een einde. In een viertal provincies in Nederland zijn de ridderschappen daarna als particuliere verenigingen blijven voortbestaan. Enige jaren geleden is de Ridderschap van Friesland opnieuw opgericht. Het succes van deze oprichting heeft geleid tot de heroprichting van de Ridderschap van Zeeland, die had bestaan van 1814 tot 1850. In september 2012 is ook de Ridderschap van Groningen heropgericht.

Terug naar boven